- Het bezoek -
We hebben al een aantal kilometers achter de rug als we aankomen op deze grote site. Het duurt even om een ingang te vinden. Industriële locaties zijn meestal goed afgesloten of bewaakt. Nadat we de plattegrond goed verkend hebben rondom de gebouwen vinden we een ingang. Helaas komen we in het verkeerde gedeelte van de site terecht, waar we niet meteen op zoek zijn. Na een half uurtje extra zoeken vinden we dan toch de goeie ingang. Na wat klauterwerk komen we dan in de mooie kolenwasserij. Wat meteen opvalt is dat deze heel mooi bewaard is gebleven en er bijvoorbeeld geen graffiti is aangebracht. De ruimte is toch vrij goed 'opgeruimd', al lijkt het exht wel dat de tijd is blijven stilstaan. Alle elementen van een kolenwasserij zijn nog aanwezig en her en der vind je al wat gewas dat zich ontwikkeld tussen al het kolenstof.
Kolenwasserij van 1 van de mooist bewaarde kolenmijnen in de Europese Route van Industrieel Erfgoed.
- De feiten -
Wat is een kolenwasserij nu eigenlijk? Steenkool word gebruikt als 'brandstof'. Het is dus belangrijk dat er naast de brandstof geen ander gesteente blijft zitten tussen de kolen die gedolven werden in een vorig proces.
De kolenwasserij is dus in feite een inrichting die bovengronds word gebouwd om de steenkool te scheiden van het mee gedolven gesteente. Dit gebeurd dan allereerst in de zeverij, waar de gedolven kolen op een schudzeef worden gebracht, en zo de grote van de kleine brokken worden gescheiden. In de wasserij worden de kolen in een installatie gebracht waarin zich aan de onderzijde een rooster bevind. Door de pulserende bewegingen van water (deinwasmachine) beweegt de steenkool over het bed van veldspaat. Het zwaardere gesteente zakt dan op en door het bed en komt zo op de roosters terecht en werd manueel verwijderd na een tijd. Het water werd hergebruikt terwijl de kolen, voor het transport, nog van gruis werden ontdaan.
En dit gebeurde bijgevolg ook in deze wasserij. Deze ontstond in dit mijnbedrijf dat zich bevind op twee aangrenzende locaties. Enkele kilometers verder bevindt zich de eerste schacht, waar in 1856 de eerste steenkool werd ontgonnen. De concessie is in handen van een adellijke familie dewelke toen aan het hoofd van het Franse ijzer- en staalimperium stond. In respectievelijk 1871 en uiteindelijk in 1935 worden nog 2 mijnschachten voltooid die mede voor de ventilatie van de hele operatie zorgden. Na modernisatie van nieuwe metalen hoofdframes, bicylindroconische elektrische extractiemachines, en een moderne kolenwasserij, kan in 1960 kon het hoofdkantoor tot 10.000 ton kolen per dag winnen met een personeelsbestand van 5.000 mijnwerkers.
De kolen werden hoofdzakelijk gebruikt om de staalfabrieken van hun eigen familie aan te stoken, maar ook voor bevoorrading van de omliggende mijnsteden. In 1946 was het bedrijf verbonden aan het Franse nationalisatieproces van de Franse koolmijnen. Moderniseringen gingen door tot 1986.
Vermits de mijnindustrie al na 1960 rake klappen kreeg omdat andere energiebronnen echter de plaats van steenkool in namen, zou de delving van kolen stoppen in 1989. Het hoofdkantoor zal nog steeds worden gebruikt voor service tot de definitieve sluiting op
De kolenwasserij werd als gedeelte toegevoegd aan beschermd en geregistreerd historisch erfgoed in 1998.
Webdesign by Refined Retinas
This website uses cookies. By continuing to use this site, you accept our use of cookies.